Vormingsprocessen

Afkorten: Het aan de uiteinden inkorten van harde materialen (zodat deze kops passend worden voor de plaatsen waarvoor deze ingemeten zijn).

Stijlen: Het aan de lange zijdes opmaatstijlen van hardere materialen (zodat deze passende worden langs lange muren, waarvoor deze ingemeten zijn).

Figuurstijlen: Het vervaardigen van figuurvormen uit harde voorgeproduceerde materialen (vaak nodig bij ronde muren).

Invalzagen: Het van bovenuit inzagen van al bestaande vaste hardere materies (meestal wanneer er een sierwerkstuk gepland is).

Afkortsnijden: Het aan de uiteinden middels messnede inkorten van midelharde materialen (zodat deze kops passend worden voor de plaatsen waarvoor deze ingemeten zijn).

Snijden: Het al snijdend aan de uiteinden inkorten van midelharde materialen (zodat deze kops passend worden voor de plaatsen waarvoor deze ingemeten zijn).

Figuursnijden: Het snijdend vervaardigen van figuurvormen uit midelharde voorgeproduceerde materialen (vaak nodig bij ronde muren).

Afkortknippen: Het aan de uiteinden doorknippen, inkorten van zachte materialen (zodat deze kops passend worden voor de plaatsen waarvoor deze ingemeten zijn).

Knippen: Het aan de lange zijdes opmaat knippen van zachte materialen (zodat deze passende worden langs lange muren waarvoor deze ingemeten ingemeten zijn).

Verstekknippen: Het in de diaginale figuurlijn van 45° knippen van zachte materialen.